Melkveehouder Pieter Seldenrijk uit het Utrechtse Eemnes heeft een nieuwe stal voor 200 koeien gebouwd voor zijn ruim 100 koeien. Die stap past in zijn toekomstvisie, waarbij hij uitgaat van groeimogelijkheden na 2015 door het wegvallen van het melkquotum. Daarom accepteert hij de komende jaren dat zijn stal onderbezet is en voor een deel benut wordt als machineberging. Maar na 2015 kan de ondernemer, zoals hij het zelf zegt, 'losgaan'.
Seldenrijk heeft besloten voor 2015 geen melkquotum meer te kopen. "Binnen vijf jaar krijg je die kosten nooit meer terugverdiend", aldus de ondernemer. Hij gelooft niet dat er een systeem met dierrechten komt en ook zijn melkfabriek heeft al aangegeven niet met een fabrieksquotum te gaan melken. Hij ziet dus geen reden om voor 2015 te investeren. Na 2015 wordt het een ander verhaal: dan moet de stal in een redelijk snel tempo vol komen te staan. "Volgend jaar gaan we de oude stal verbouwen voor jongvee en droge koeien. Vanaf 2012 ga ik meer jongvee aanhouden om in 2015 los te kunnen gaan."
Kosten per plaats
Bij het ontwerpen van de nieuwe stal heeft Seldenrijk een aantal keuzes gemaakt die van invloed zijn op de kosten per plaats. Zo is de stal uitgevoerd zonder putten, wat enkele tonnen op de bouwkosten bespaart. "De komende jaren heb ik die ruimte toch nog niet nodig. Het is straks goedkoper om een mestsilo te bouwen", zo motiveert hij zijn keuze. Als melksysteem koos de ondernemer voor een 2 x 14 rapid-exit. Een melkrobot is wel overwogen, maar is volgens hem moeilijk te combineren met de wens om alle koeien weidegang te bieden. Om toch een stuk arbeidsbesparing- en verlichting te verkrijgen is een automatisch ruwvoersysteem geïnstalleerd. Een duur apparaat, maar het bespaart op de arbeid en het vullen van de voorraadbunkers kan iedereen.
Kritieke opbrengstprijs
De keuze om de stal voorlopig niet vol te leggen, heeft consequenties voor de investering per plaats. Die zijn met circa 5.500 euro per plaats, exclusief voer- en melksysteem, aan de hoge kant. Als straks de stal helemaal vol staat, daalt de prijs per plaats. De investering leidt ook tot een hogere kostprijs per kilo melk. Hoe hoog die exact is, weet de ondernemer nog niet. Wel rekent hij met een kritieke opbrengstprijs van 31 cent. Dat is de melkprijs die nodig is om alle kosten en uitgaven te betalen, inclusief privé. Seldenrijk verwacht dat de marge de eerste jaren laag is, maar op termijn wel stijgt. "Ik kan de kosten van de nieuwe stal nog niet over alle liters uitsmeren die straks gemolken gaan worden." Toch is het financiële risico volgens de ondernemer beperkt. De begroting is namelijk dusdanig opgezet dat er ook in de huidige situatie, dus zonder verdere uitbreiding, voldoende marge resteert.
bron: ABN AMRO Agrarisch Nieuws [www.agriholland.nl]
Seldenrijk heeft besloten voor 2015 geen melkquotum meer te kopen. "Binnen vijf jaar krijg je die kosten nooit meer terugverdiend", aldus de ondernemer. Hij gelooft niet dat er een systeem met dierrechten komt en ook zijn melkfabriek heeft al aangegeven niet met een fabrieksquotum te gaan melken. Hij ziet dus geen reden om voor 2015 te investeren. Na 2015 wordt het een ander verhaal: dan moet de stal in een redelijk snel tempo vol komen te staan. "Volgend jaar gaan we de oude stal verbouwen voor jongvee en droge koeien. Vanaf 2012 ga ik meer jongvee aanhouden om in 2015 los te kunnen gaan."
Kosten per plaats
Bij het ontwerpen van de nieuwe stal heeft Seldenrijk een aantal keuzes gemaakt die van invloed zijn op de kosten per plaats. Zo is de stal uitgevoerd zonder putten, wat enkele tonnen op de bouwkosten bespaart. "De komende jaren heb ik die ruimte toch nog niet nodig. Het is straks goedkoper om een mestsilo te bouwen", zo motiveert hij zijn keuze. Als melksysteem koos de ondernemer voor een 2 x 14 rapid-exit. Een melkrobot is wel overwogen, maar is volgens hem moeilijk te combineren met de wens om alle koeien weidegang te bieden. Om toch een stuk arbeidsbesparing- en verlichting te verkrijgen is een automatisch ruwvoersysteem geïnstalleerd. Een duur apparaat, maar het bespaart op de arbeid en het vullen van de voorraadbunkers kan iedereen.
Kritieke opbrengstprijs
De keuze om de stal voorlopig niet vol te leggen, heeft consequenties voor de investering per plaats. Die zijn met circa 5.500 euro per plaats, exclusief voer- en melksysteem, aan de hoge kant. Als straks de stal helemaal vol staat, daalt de prijs per plaats. De investering leidt ook tot een hogere kostprijs per kilo melk. Hoe hoog die exact is, weet de ondernemer nog niet. Wel rekent hij met een kritieke opbrengstprijs van 31 cent. Dat is de melkprijs die nodig is om alle kosten en uitgaven te betalen, inclusief privé. Seldenrijk verwacht dat de marge de eerste jaren laag is, maar op termijn wel stijgt. "Ik kan de kosten van de nieuwe stal nog niet over alle liters uitsmeren die straks gemolken gaan worden." Toch is het financiële risico volgens de ondernemer beperkt. De begroting is namelijk dusdanig opgezet dat er ook in de huidige situatie, dus zonder verdere uitbreiding, voldoende marge resteert.
bron: ABN AMRO Agrarisch Nieuws [www.agriholland.nl]