,,Wil Royal FrieslandCampina (RFC) na 2015 groeipotentie houden, dan moet ze fosfaatreductie opnemen in haar duurzaamheidspuntenpakket.” Dat zegt topman en mestportefeuillehouder Hans Huijbers van LTO Nederland.
E ropese richtlijnen schrijven voor dat Nederland niet meer dan 173 miljoen kilo fosfaat mag produceren. De laatste jaren lukte het niet daaronder te blijven. Met het onlangs door de Tweede Kamer geaccepteerde mestplan proberen LTO en de overheid de melkveesector binnen de grens te krijgen. Dat gebeurt via het voerspoor, verplichte mestverwerking voor overschotbedrijven en een efficiëntieslag met Bedrijfsspecifieke Excretie (BEX).
De slagingskans is reëel, maar als de melkveehouderij na 2015 wil groeien in melkproductie, dan moet het plek zien te vinden voor de extra fosfaatproductie die daarbij komt kijken. Voor de hand ligt daarom de gedachte dat RFC melkproductiegroei na 2015 alleen toestaat aan leden die kunnen aantonen dat ze de extra fosfaat daadwerkelijk kunnen plaatsen.
Huijbers: ,,Voor de Nederlandse rundveehouderij is fosfaat na 2015 dé beperkende factor voor groei. Wil FrieslandCampina in het quotumloze tijdperk groeipotentie houden, dan moet zij er met haar duurzaamheidsprogramma voor zorgen dat de sector niet meer met een fosfaatoverschot komt te zitten.”
Woordvoerder Jan-Willem ter Avest van RFC vindt het prematuur om daarover te spreken. ,,LTO en NZO maken in breder verband afspraken hierover. Wij starten het duurzaamheidprogramma Focus Planet op. In 2012 testen we in het kader hiervan de kringloopwijzer. Daarmee kunnen melkveehouder beter sturen op mineralen. In 2013 moet dat instrument praktijkrijp zijn.”
Ook stimuleert RFC volgens Ter Avest BEX-deelname ,,We kennen punten toe en organiseren studiebijeenkomsten. Maar het blijft de verantwoordelijkheid van melkveehouders hoever ze daarin meegaan. Het is nog te vroeg om regels voor 2015 vast te leggen. Laten we eerst kijken wat deze maatregelen opleveren.”
Bron: [www.nieuweoogst.nu]
E ropese richtlijnen schrijven voor dat Nederland niet meer dan 173 miljoen kilo fosfaat mag produceren. De laatste jaren lukte het niet daaronder te blijven. Met het onlangs door de Tweede Kamer geaccepteerde mestplan proberen LTO en de overheid de melkveesector binnen de grens te krijgen. Dat gebeurt via het voerspoor, verplichte mestverwerking voor overschotbedrijven en een efficiëntieslag met Bedrijfsspecifieke Excretie (BEX).
De slagingskans is reëel, maar als de melkveehouderij na 2015 wil groeien in melkproductie, dan moet het plek zien te vinden voor de extra fosfaatproductie die daarbij komt kijken. Voor de hand ligt daarom de gedachte dat RFC melkproductiegroei na 2015 alleen toestaat aan leden die kunnen aantonen dat ze de extra fosfaat daadwerkelijk kunnen plaatsen.
Huijbers: ,,Voor de Nederlandse rundveehouderij is fosfaat na 2015 dé beperkende factor voor groei. Wil FrieslandCampina in het quotumloze tijdperk groeipotentie houden, dan moet zij er met haar duurzaamheidsprogramma voor zorgen dat de sector niet meer met een fosfaatoverschot komt te zitten.”
Woordvoerder Jan-Willem ter Avest van RFC vindt het prematuur om daarover te spreken. ,,LTO en NZO maken in breder verband afspraken hierover. Wij starten het duurzaamheidprogramma Focus Planet op. In 2012 testen we in het kader hiervan de kringloopwijzer. Daarmee kunnen melkveehouder beter sturen op mineralen. In 2013 moet dat instrument praktijkrijp zijn.”
Ook stimuleert RFC volgens Ter Avest BEX-deelname ,,We kennen punten toe en organiseren studiebijeenkomsten. Maar het blijft de verantwoordelijkheid van melkveehouders hoever ze daarin meegaan. Het is nog te vroeg om regels voor 2015 vast te leggen. Laten we eerst kijken wat deze maatregelen opleveren.”
Bron: [www.nieuweoogst.nu]