FrieslandCampina wil er naar toe dat de samenstelling van door veehouderijbedrijven aangeleverde melk al meer is afgestemd op de bestemming die de zuivelproducent er aan geeft. Dat zei Ben Scholman, manager ledenservice van FrieslandCampina tijdens het najaarssymposium van het Genootschap Melkkunde op 10 november in Zutphen. Volgens hem zal er in toekomst meer vanuit de markt worden gekeken naar welke grondstof nodig is voor een bepaald eindproduct. Melkveehouders gaan de samenstelling van hun melk dan afstemmen op een specifiek doel.
Scholman stelt vast dat de ontwikkeling een omslag van het traditionele zuivelmodel betekent. Het ontkoppelmoment voor melk ligt nu nog bij het wegrijden van de RMO van het boerenerf. De melkveehouder krijgt nu de melk uitbetaald op basis van vet, eiwit en kwaliteitsspecificaties. Dat gebeurt los van het doel van verwerking. Het ontkoppelmoment voor melk zal verschuiven naar achter de fabriek. Melkveehouders gaan proberen de samenstelling van de melk af te stemmen op het specifieke eindproduct. Het kostenvoordeel dat hiermee in de fabriek wordt behaald kan terug naar de leden.
Als voorbeeld noemt Scholman de productie van melk met een betere caseïne wei verhouding voor verwerking in een kaasfabriek, of aan een melkstroom speciaal geschikt voor de productie van babyvoeding. Melkveehouders in de omgeving van een fabriekslocatie kunnen hun bedrijfsmanagement op deze manier aanpassen aan de markt. FrieslandCampina is druk doende om verschillende opties door te rekenen.
bron: Agd.weekend [www.foodvalley.nl]
Scholman stelt vast dat de ontwikkeling een omslag van het traditionele zuivelmodel betekent. Het ontkoppelmoment voor melk ligt nu nog bij het wegrijden van de RMO van het boerenerf. De melkveehouder krijgt nu de melk uitbetaald op basis van vet, eiwit en kwaliteitsspecificaties. Dat gebeurt los van het doel van verwerking. Het ontkoppelmoment voor melk zal verschuiven naar achter de fabriek. Melkveehouders gaan proberen de samenstelling van de melk af te stemmen op het specifieke eindproduct. Het kostenvoordeel dat hiermee in de fabriek wordt behaald kan terug naar de leden.
Als voorbeeld noemt Scholman de productie van melk met een betere caseïne wei verhouding voor verwerking in een kaasfabriek, of aan een melkstroom speciaal geschikt voor de productie van babyvoeding. Melkveehouders in de omgeving van een fabriekslocatie kunnen hun bedrijfsmanagement op deze manier aanpassen aan de markt. FrieslandCampina is druk doende om verschillende opties door te rekenen.
bron: Agd.weekend [www.foodvalley.nl]